Landelijke onderzoeken dragen bij aan het meten van bepaalde trends en ontwikkelingen en kunnen helpen bij het inrichten van nieuw beleid en strategie. Vele instanties waaronder Ministerie van VWS, het Mulier Instituut, NOC#NSF en Kenniscentrum Sport en Bewegen doen onderzoek op thema’s binnen de sport. Een aantal thema’s waarop landelijke onderzoeken worden gedaan focust SSF zich ook in het jaarplan.
Vandaar dat wij op deze pagina alle externe onderzoeken weergegeven die worden gepubliceerd en die relevant zijn om te verspreiden. Tevens worden er trends en actuele onderwerpen die interessant zijn gepubliceerd.
De afgelopen jaren (2021 en 2022) heeft Sportservice Flevoland (SSF) onderzoek gedaan naar de stand van zaken bij Flevolandse sportaanbieders. In 2022 heeft SSF op basis van verschillende onderzoeken, scans en een vragenlijst, een analyse gemaakt van de stand van zaken van de Flevolandse sportaanbieders.
Het Mulier Instituut heeft een handreiking gemaakt voor het tegengaan van grensoverschrijdend gedrag bij sportverenigingen. Hierin staan vijf simpele stappen voor implementatie van een methode en materialen. Lokale professionals kunnen hier direct mee aan de slag om de sport leuker en veilig te maken voor iedereen.
Twee derde (69%) van de buurtsportcoaches werkt samen met één of meer zorgprofessionals. Zo begeleiden ze mensen vanuit de zorg naar passend sport- en beweegaanbod in de wijk of bij een sportvereniging. Toch zijn er nog veel kansen voor meer en betere samenwerking tussen zorg en sport. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.
Van de volwassenen met een hoge opleiding beoefent 68 procent wekelijks een sport terwijl dat bij mensen met een lage opleiding maar 32 procent is. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.Het opleidingsniveau blijkt doorslaggevend voor iemands sportdeelname. Meer dan andere kenmerken. Mensen met zowel een hoge opleiding als een lichamelijke beperking sporten bijvoorbeeld veel vaker wekelijks dan mensen zonder beperking en met een lage opleiding. Eenzelfde patroon zien de onderzoekers naar herkomst, leeftijd en inkomen.
Volwassenen (26-79 jaar) met een hoge sociaaleconomische status (SES) voldoen bijna twee keer zo vaak aan de beweegrichtlijnen als mensen met een lage SES. In de periode 2001-2020 is dit aandeel onder volwassenen met een lage SES nauwelijks toegenomen, maar bij de overige groepen wel. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.
Het Mulier Instituut heeft het begrip ‘urban sports’ verkend. Het verschilt tot nu toe sterk welke sporten en kenmerken daaronder geschaard worden. Meer duidelijkheid daarover maakt onderzoek naar de omvang van deze opkomende sporten mogelijk.
Nederland kent een unieke sportinfrastructuur. In Nederland zijn zo’n 25.000 sportverenigingen die voornamelijk draaien op de inzet van vrijwilligers. Om deze verenigingen levensvatbaar te houden, is enkele decennia geleden gestart met verenigingsondersteuning. Vandaag de dag doet iedere gemeente, sportbond en provincie wel iets aan of met verenigingsondersteuning . Ook zijn er zelfstandigen die zich richten op verenigingsondersteuning, denk aan het Sport Professional Netwerk (SPN) en initiatieven vanuit het private domein (b.v. Rabo-clubsupport).
Het Mulier Instituut heeft een onderzoek gedaan naar het landschap van verenigingsondersteuning in 2021.
Sport en bewegen voor mensen met een beperking staat de laatste jaren steeds meer in de belangstelling van de landelijke, provinciale en lokale overheid en eveneens bij het bredere publiek. Onderzoek laat zien dat deelnemen aan sport en bewegen voor mensen met een beperking of chronische aandoening niet vanzelfsprekend is en extra stimulans en ondersteuning behoeft.
Het Mulier Instituut heeft onder zoek gedaan naar inclusief sporten en bewegen voor mensen met een beperking.
Vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) en de sportwereld zelf (NOC*NSF) is de aandacht voor het thema sociale diversiteit of ‘inclusie’ in de sport, de afgelopen jaren gegroeid. Daarbij richt men zich niet alleen op het vergroten van de mogelijkheden tot sportdeelname voor iedereen, maar ook op een evenrediger vertegenwoordiging van de verschillende groepen in de samenleving in de organisatie van sport. Met andere woorden: men wil de sociale diversiteit onder bestuurders, trainers/coaches en scheidsrechters vergroten. Concreet betekent dit een sterkere vertegenwoordiging van vrouwen, mensen met een beperking, jongeren en mensen met (ouders met) een niet-Nederlandse achtergrond.
Iedere week staan miljoenen Nederlanders op en rond sportveld, baan of bad. Sport brengt mensen samen. Zorgt dat ze gezond blijven. Maar vooral dat ze plezier hebben. Meestal dan. Want soms gaat het mis. Een scheldpartij, wat duw- en trekwerk of een serieuze vechtpartij (Sportplezier.nl).
Het Mulier Instituut heeft in 2021 het wedstrijdgedrag op de sportvelden gemonitord.
Er komen meer senioren, de grijze druk neemt toe en daarmee stijgen de zorgkosten. Sport en bewegen heeft een positieve invloed op participatie, zelfredzaamheid en gezondheid van 65-plussers en zorgt voor een hogere kwaliteit van leven. Juist de groep kwetsbare senioren, met chronische aandoeningen en ouderdomsmotoriek, heeft behoefte aan sport- en beweegaanbod afgestemd op hun kunnen. Regelmatig bewegen kan de gevolgen van het verouderingsproces vertragen en vitaliteit bevorderen. Onderzoek heeft aangetoond dat (meer) bewegen een positieve invloed heeft op gezondheid, zelfredzaamheid en participatie en zorgt voor een hogere kwaliteit van leven.
Vrijwilligers zijn voor veel sportverenigingen in Nederland onmisbaar. Het zijn vaak vrijwilligers die achter de bar staan, trainingen verzorgen en/of de accommodatie beheren. Het Mulier Instituut heeft onderzoek gedaan naar het aantal vrijwilligers in de sport. Wat blijkt, het aandeel van de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder dat maandelijks of vaker vrijwilligerswerk in de sport doet, is tussen 2012 en 2020 gedaald van 11 naar 9 procent.
De kernindicator ‘maandelijks vrijwilligerswerk’ blijft redelijk stabiel: tussen 2012 en 2020 is een lichte daling van 2 procentpunten zichtbaar. De stabiliteit in 2020 is opvallend, gezien de maatregelen en zorgen in de coronatijd. Eind 2021 gaf een kwart van de sportverenigingen aan dat het vrijwilligersbestand is gekrompen. Meer bevindingen en resultaten zijn te vinden op de site van het Mulier Instituut.